Jennifer Egan: ‘Ik hou ook van ellendige verrassingen, omdat ze me eraan herinneren dat alles mogelijk is’ (2024)

Leeslijst

interview

Jennifer Egan De nieuwe roman van deze Amerikaanse schrijfster gaat over een machine waarmee je gedachten en herinneringen kunt uploaden en delen. Maar ze wil hiermee niet waarschuwen voor de toekomst van internet: „Dystopische verhalen interesseren me niet.”

  • Auteurs
    • Thomas de Veen
  • Gepubliceerd op9 juni 2022
  • Leestijd

Leeslijst

Jennifer Egan: ‘Ik hou ook van ellendige verrassingen, omdat ze me eraan herinneren dat alles mogelijk is’ (1)Foto Lars van den Brink

In zekere zin is Het snoephuis een waarschuwing. Voor de gevaren van ons grote en vrij klakkeloze vertrouwen in technologie. Voor het uit handen geven van onze gedachten en aandacht aan techbedrijven, die dat te gelde maken. Zoals halverwege de roman staat: niets is gratis. ‘Vertrouw nooit een snoephuis!’ Maar Jennifer Egan – „Jenny”, zegt ze als ze zich voorstelt in een Amsterdamse hotellobby – vertrekt haar gezicht als het over waarschuwen gaat. Ze houdt eigenlijk helemaal niet van literatuur die wil waarschuwen, zegt ze. Dystopische verhalen over technologie: bleh, oninteressant.

Dacht ze dan niet aan het internet, toen ze begon met het schrijven van Het snoephuis? „Nou ja, het is moeilijk om níét aan internet te denken, hè? Maar je wilt vast weten of ik in de roman een soort metafoor voor internet wilde bouwen?”

Ze doelt op de ‘Mandala Bewustzijnskubus’ (tijdens het interview spreekt Egan eenvoudigweg over „de machine”), een apparaat waarin de gebruiker zijn bewustzijn kan uploaden. Je kunt je gedachten en gevoelens handig opslaan, ze openbaren aan anderen en aansluiten op een netwerk van andere apparaten, het Collectief Bewustzijn, waar je ook de geanonimiseerde herinneringen van anderen kunt doorzoeken. De machine is een constante in Egans spectaculair veelvormige roman, een soort „explosieve fragmentatie”, zegt ze zelf. Ieder hoofdstuk verandert het verhaal weer van gedaante, met een nieuwe vertelvorm en (deels) andere personages. Je zou de machine het verbindende element tussen alle verhaallijnen kunnen noemen.

Het nieuwe boek is min of meer voortgekomen uit Bezoek van de knokploeg, de roman waarmee Jennifer Egan in 2011 internationaal doorbrak en waarvoor ze onder meer de Pulitzer Prize ontving. Dat was ook een mozaïekvertelling, vol vormexperimenten (tekenend is het hoofdstuk dat verteld werd als powerpointpresentatie), Het snoephuis gaat over dezelfde personages, of hun kinderen, en neemt de vorm aan van een kluwen e-mails, of als instructies-op-tweetlengte voor een spionagemissie.

Egan werkte al aan het boek in 2010, dus nog vóór haar doorbraakboek verschenen was – uit nieuwsgierigheid, vertelt ze. „Nieuwsgierigheid is mijn drijvende kracht. Ik wilde meer van de personages weten, me meer van hun levens voorstellen. Ik wilde Lou Kline zien vóór hij muziekproducent werd, ik wilde Lulu zien als dertiger, met een leven als spion. En tegelijk had ik nog een lijstje met vertelvormen die ik nog wilde uitproberen.”

U beschrijft hoe de machine geïntroduceerd wordt als een oplossing. Misdaden oplossen, kinderp*rno opsporen: alles kan, want in die verzamelde ‘bewustzijnen’ is de waarheid te vinden. Dan lijkt het nog onschuldig.

„Over het algemeen denken uitvinders en ontwikkelaars in de techindustrie dat ze iets goeds doen, en draait het in beginsel niet om hebzucht en eigenbelang. Het kan ook even duren voordat de ongewenste gevolgen de kop opsteken. De uitvinders van de verbrandingsmotor dachten heus niet: laten we de planeet verwoesten. Ze dachten: we geven de mensen vrijheid! En de ontwikkelaars van Napster dachten niet: laten we massaal diefstal plegen en het verdienmodel van muzikanten door de plee spoelen. Dat muziek niet gratis is, blijft vervelend om aan mijn kinderen uit te leggen. Dan rollen ze met hun ogen, jaja, dat wéten we. Ja, sorry, dit is eigenlijk saaie boomerpraat.”

Dat geldt voor veel technologische waarschuwingen: het is waar én uitgekauwd.

„En dat is een groot probleem, zeker voor de klimaatcrisis. Het is moeilijk om dat discours nog aan te passen, want het probleem is onopgelost, en nog steeds hetzelfde. Dus we weten niet wat we moeten doen: er maar over ophouden? Omdat het saai is? Dat kunnen we niet maken.”

Want de gevaren van technologie zitten u dus wel dwars?

„Als mens, als burger, maak ik me wel zorgen: telefoons en internet versterken menselijk gedrag dat ons niet verder helpt, zoals narcisme. Sociale media verleiden ons om onszelf te verpakken en verkopen als aanlokkelijke producten, aandacht te trekken die winst oplevert. Dat helpt de beschaving helemaal niet vooruit, of de aarde. We leven in een tijd waarin we juist onbaatzuchtig moeten samenwerken, maar technologie stuurt ons precies de andere kant op. Dat is wel een grote zorg, ja.”

Maar dat vindt u als schrijver dus niet inspirerend?

„Totaal niet! Dystopische verhalen interesseren me niet. Ze voelen saai. Voor een fictieschrijver is een tech-doemverhaal een gesloten deur: in dat genre valt geen nieuw verhaal meer te vertellen. Ik word als schrijver opgezweept door nieuwsgierigheid, niet door het verlangen om te waarschuwen. Technologie inspireert me als die nieuwsgierig maakt, als ik denk: wow, wat gaat die ontwikkeling voor ons betekenen?”

Zo ontstond het idee van de machine?

„Nee, eigenlijk niet, want ik ben helemaal niet zo geïnteresseerd in zo’n gadget als de machine. Ik behoor tot het type dat pas een nieuwe telefoon koopt als de vorige stuk is. Het was andersom: de machine was in mijn roman de oplossing voor een aantal wensen en problemen waar ik tegenaan liep. Ik wilde graag dat een van mijn personages iemand zou kunnen opsporen met niets dan een vluchtige herinnering aan die persoon – dat leek me een interessant idee. En ik wilde het voor een kind mogelijk maken om door de ogen van een ouder te kijken. En het speelde zich af in de toekomst, dus in de machine kwam dat allemaal enigszins logisch samen.”

Daarmee is de machine toch een metafoor, voor het internet?

„Ja, dat ís de plek waar we die dingen al kunnen, tot op zekere hoogte. Met een vraag zoals een van de personages hem stelt – wat is er geworden van die ene persoon die ik ooit heb ontmoet? – gaan wij meestal het internet op. Daar hebben we dan nog wat identificerende informatie voor nodig, een naam, een woonplaats, maar dat het met minder kan is niet helemaal onvoorstelbaar.”

Wat wel vrij onvoorstelbaar is, is dat herinneringen en gedachten in de roman kant-en-klare dingen zijn. Alsof onze hersenen een soort videotheek zijn waar we doorheen kunnen struinen om het juiste filmpje te vinden.

Egan begint hard te lachen. „Jaaa, natuurlijk is dat onvoorstelbaar! Onze gedachten zijn geen video’s! Heerlijk is dat hè: dit is een soort cartoon, een uitvergroting, een simplificatie. We begrijpen lang niet genoeg van onze hersenen om daadwerkelijk zo’n machine te kunnen bouwen – en als het mijn bedoeling was geweest een machine te ontwerpen die echt kon bestaan, had ik het verkeerde beroep gekozen. Ik vind het enig, dat het op een dieper niveau belachelijk is. Machines zijn dan ook niet de plek waar ik mij toe wend voor redding en antwoorden, dat zijn boeken. Literatuur is de God die ik dien, niet technologie.”

Dus die machine moeten we eigenlijk niet serieus nemen?

„Nou, net serieus genoeg. De kunst van het schrijven zit voor een groot deel in het vinden van een toon waardoor de lezer je verhaal net serieus genoeg neemt. Maar uiteindelijk is dít de machine waarin ik geloof, is dit de plek waar je je in andermans bewustzijn kunt verplaatsen” – en ze wijst naar een boek op tafel.

„Als er nou een boodschap in het boek zit, is dat ’m. En ik ben niet zo’n fan van boodschappen, maar ik leg m’n kaarten wel enigszins op tafel in dit boek. Dit boek zit vol hoop. Tenminste: ik heb door dit boek geleerd dat ik veel optimistischer ben dan ik dacht.”

Lees ookOndergedompeld in de onderwereld

U dacht dat u pessimistisch was?

„Nou, ik voel wel allerlei vrees over het lot van de wereld, maar ik geloof ook in menselijke vindingrijkheid. In collectief nadenken, waar zoveel kracht in schuilt. Ik heb veel vertrouwen in de mens.”

Hoe heeft dit boek u dat geleerd?

„Het loopt met de personages wel vrij goed af, vind je niet?”

Eh, misschien? Ik zie vooral veel open eindes, wat een beetje inherent is aan die gefragmenteerde structuur…

„Misschien voelt vooral de sfeer van het boek optimistisch aan? Er zit een zeker optimisme in openheid, in het gevoel van mogelijkheden. De werkelijkheid zit vol verrassingen, daar kunnen we het over eens zijn. Niet altijd leuke verrassingen. De verkiezing van Trump: verrassing. 9/11: grote verrassing. In zekere zin is het gek dat we ons nog zo kunnen laten verrassen. We weten zo veel, maar we zijn nooit erg goed geweest in voorspellen – daar moest ik aan denken toen ik dit boek schreef. Er zijn zoveel mysteries in het menselijk leven! Ik ben groot liefhebber van verrassingen, zelfs wanneer het ellendige verrassingen zijn, omdat ze me eraan herinneren dat alles mogelijk is.”

Dat is een prachtige gedachte. Het onvoorspelbare en onverwachte, het onzekere zelfs, als iets hoopvols beschouwen.

„Ja, goh, ik weet niet of ik dat al eens zo heb uitgesproken, maar ik meen het absoluut. Verrassingen zijn inherent hoopvol. Misschien zit daar ook mijn weerzin tegen dystopieën: daar voel ik geen ruimte voor verrassingen. Ik heb in het schrijven een opener gevoel nodig, het gevoel dat er meer mogelijk is. Niet dat er niets meer mogelijk is.”

Het onverwachte is juist iets waar techbedrijven niet naar streven, toch? Hen gaat het juist om controle, inzicht en overzicht, oplossingen.

„Precies, en daarom is die machine ook zo onzinnig, want voor zover we weten is ons geheugen een chaos. Het idee van de machine is om toegang te krijgen tot méér dan we in ons bewuste geheugen kunnen bereiken, en in zekere zin is dat waar mijn hele schrijfproces om draait. Als ik bewust een verhaal zit te verzinnen, wordt het waardeloos. Mijn schrijfproces gaat over het ontsluiten van datgene waar ik niet op kan komen als ik bij mijn volle bewustzijn ben – dus ik doe aan écriture automatique, ik schrijf blind door, als bij improvisatie, en probeer in een flow te komen. Denken is nuttig om kritisch te zijn, maar niet om creatief te zijn. En schrijven draait om creativiteit. Om het vinden van iets nieuws.”

Een versie vandit artikelverscheen ook inde krantvan 10 juni 2022.

Jennifer Egan: ‘Ik hou ook van ellendige verrassingen, omdat ze me eraan herinneren dat alles mogelijk is’ (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Dong Thiel

Last Updated:

Views: 5637

Rating: 4.9 / 5 (79 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Dong Thiel

Birthday: 2001-07-14

Address: 2865 Kasha Unions, West Corrinne, AK 05708-1071

Phone: +3512198379449

Job: Design Planner

Hobby: Graffiti, Foreign language learning, Gambling, Metalworking, Rowing, Sculling, Sewing

Introduction: My name is Dong Thiel, I am a brainy, happy, tasty, lively, splendid, talented, cooperative person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.